Ik ben

"Ik ben" of "Het is ik" is een letterlijke vertaling van het Oudgriekse Ἐγώ εἰμι, Ego eimi (Latijn: Ego sum), een nadrukkelijke vorm van het koppelwerkwoord εἰμι, "ben". In het (Koine) Grieks drukt de vorm van het werkwoord ook de persoon waarin wordt gesproken uit, dus is - in tegenstelling met het Nederlands - geen persoonlijk voornaamwoord nodig. Als het persoonlijk voornaamwoord toch wordt gebruikt, duidt dat meestal de beklemtoning aan van degene die wordt aangeduid, in dit geval dus "Ik ben" of "Het is ik".[1]

In de evangeliën staat dat Jezus deze vorm enkele keren gebruikte om naar zichzelf te verwijzen, in het Evangelie van Johannes zeven keer met specifieke titels. Deze zijn onderwerp van een aanzienlijke hoeveelheid christologieën.[2][3]

Buiten dit specifieke gebruik in het Nieuwe Testament wordt de term in andere stromingen en in het algemeen gebruikt om het bewustzijn aan te duiden of het "zijnde": dat wat IS. Een beroemde variant is Cogito ergo sum, "Ik denk, dus ik ben", de fundamentele filosofische stelling van René Descartes.

  1. F. Blass / A. Debrunner (1990): Grammatik des neutestamentlichen Griechisch, bewerkt door F. Rehkopf, Göttingen
  2. Karl Rahner (2004): Encyclopedia of theology: a concise Sacramentum mundi, pag. 1082
  3. Larry W. Hurtado (2003): Lord Jesus Christ: Devotion to Jesus in Earliest Christianity, Grand Rapids, Mich.: W. B. Eerdmans, pag. 370, 371

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy